Melvin Vlot – Wat zich al niet verenigt in een dans

Stadsdichter Melvin Vlot was te gast tijdens de prijsuitreiking van de AmateurXpositie 2024 en schreef een kort essay met een van de kunstwerken in de hoofdrol. Meer informatie over Melvin op zijn website www.melvinvlot.nl
Kunstwerk: Danseres in extase van Gonny Brom.

Wie ooit tijdens een proeverij een fles wijn kocht, weet dat smaak niet alleen met kwaliteit, maar ook met gemoedstoestand te maken heeft. Eenmaal thuisgekomen, voeten op de bank, smaakt die dure fles ineens niet zo uitzonderlijk als hij op vakantie deed. De toetsen van pruim en chocolade laten zich maar moeizaam ontdekken, om al helemaal niet te spreken van de secundaire en tertiaire aroma’s waarin je tussen de cipressen in Toscane toch zou zweren iets van kruidnagel en korianderblad te kunnen onderscheiden.

Het is moeilijk om winnaars te kiezen uit een gevarieerde verzameling kunstwerken. Wanneer zowel vorm als inhoud alle kanten uitgaan, wordt je oordeel (zoals dit altijd al het geval is) des te meer bepaald door je gemoedstoestand op het moment van observeren. Naast techniek en vaardigheid is het toch vooral van belang dat het werk spréékt. Op een druk plein ontgaan je gemakkelijk tientallen gesprekken, maar wanneer in 1 van die gesprekken jouw naam klinkt, is de aandacht direct getrokken. Het spreken heeft dus ook enkel effect wanneer het de oren van de luisteraar bereikt, en zo krijgt het kunstwerk pas zeggenschap wanneer het gemoed zich leent om het gesprokene te ontvangen.

Kortom: ik ben mij ervan bewust dat er vele winden waaien die tot een prijs kunnen leiden en nog meer winden waardoor deze prijs aan het werk en de maker voorbijgaat. Prijs of niet: 1 schilderij uit deze expositie is niet gestopt om tot mij te spreken en dat is de danseres in extase. Laat me jullie meenemen in dit gesprek.We beginnen waar elke ontmoeting tussen mens en schilderij plaatsvindt: het betreden van de zaal. Zaal 3, in dit geval.

Ik kan niet de enige zijn met de onbedwingbare neiging om het beste voor het laatst te bewaren, ook als het gaat om de veelheid van kunst die zich opdringt bij het betreden van een nieuwe zaal. Vrijwel altijd is er in 1 oogopslag een sterk vermoeden welk werk het meest spreekt. Dit werk houdt zich vervolgens verscholen in mijn ooghoeken, terwijl ik eerst alle andere werken kort de aandacht geef, zodat deze mij niet meer zullen afleiden.

Met de afleiding in de zaal tot rust gebracht, beland ik voor de danseres in extase. Niemand, zelfs de kunstenaar niet, gaat mij ervan overtuigen dat we hier niet met 1 van de meest herkenbare, eeuwenoude en in ontelbare varianten uitgevoerde symbolen te maken hebben, namelijk die van de crucifix. Een lichaam, hier in vrouwelijke vorm, hangt in het luchtledige aan een onzichtbaar kruis. De knieën gebogen en om de lendenen de herkenbare doek die de edele delen verhult. Dat dit werk tot me spreekt is zeker, maar waarover?

Is het de toespeling van God als het feminiene? Het verlossende contrast met het doorgaans pijnlijk overheersende patriarchale beeld van de almachtige? Een aantrekkelijke gedachte, ware het niet dat juist het kruisbeeld de ultieme vertolking is van de van-god-verlatenheid. De roep: ‘Eloï, Eloï, lama sabachtani’ ofwel ‘Mijn God, mijn God, waarom hebt u mij verlaten?’ klinkt indringend vanuit deze figuur, wiens armen als vertakking bijna op lijken te gaan in het onzichtbare kruishout. Het in en in donkere omhulsel maakt zelfs het licht van de schijnwerper zwak.

Misschien is het echter niet deze, maar 1 van de andere 7 kruiswoorden waarmee dit schilderij spreekt. Zijn het de woorden ‘Mij dorst’, van een danseres die in haar uitputting het hoofd achterovergooit, haar longen strekt en tot het uiterste gedreven naar een druppel water verlangt? Is extase de grens, waarna zij niet meer kan?

Of zijn het de woorden ‘Het is volbracht’? Door het hoofd zo ver naar achteren te gooien (haar ogen ongetwijfeld gesloten) versmelt ze voor de kijker tot een uitgestrekt lichaam, van identiteit ontdaan. De dans die is voorafgegaan, zien we niet. We zien slechts de uitwerking, het volbrachte werk. Een lichaam, juist door zich dansend uit te drukken, uiteindelijk verlost van eigen individualiteit. Eerst haar gezicht, dan haar armen. Langzaam gaat ze op in iets hogers.

We komen dichter in de buurt, we zijn er bijna. En net als bij het betreden van de zaal heb ik oogkleppen opgezet, eerst aandacht gegeven aan de andere zaken, zodat die ons niet meer afleiden. We komen nu oog in oog te staan met de laatste van de 7 kruiswoorden. Niet eerder heb ik de laatste woorden van Jezus gehoord als het laatste stadium van een extatische dans. ‘Vader, in Uw handen beveel ik mijn geest.’

Wat een onbegonnen werk om te verklaren waarom er bij het horen van deze woorden en het kijken naar dit schilderij, tranen in mijn ogen ontstaan. Het gaat hier om de diepste vorm van gewillige overgave. Het is niet langer de danseres die danst (haar gezicht is verdwenen), het is de dans zelf die een lichaam krijgt. Het is een en al versmelting, eenwording. De geest en het lichaam zitten de goddelijke dans niet langer in de weg.

En plots (wie zag dat aankomen?) bevinden we ons diep in de boeddhistische traditie, waar tanha (verlangen of dorst) en updana (vastklampen of gehechtheid) worden beschouwd als de belangrijkste oorzaak van lijden. Juist door deze verlangens en gehechtheid los te laten, kan men het Nirwana bereiken: een staat van algehele en absolute vrede. Zelden stonden het Nirwana en een crucifix zo betekenisvol dichtbij als in het lichaam van deze danseres in extase.

Dan rest echter de vraag: wat was de gemoedstoestand, waardoor dit werk zo tot mij sprak en nog steeds spreekt? Ik ontdekte dat het er 1 is van rouw. En hoe logisch eigenlijk ook, want we kijken nog steeds naar een kruisiging. Geen feest van ophemeling, maar een sterven. Dit schilderij confronteert met het feit dat wie extase wil bereiken, dat nooit kan doen door toe te eigenen, door te nemen.  Extase is niet meer en meer en meer. Het is minder, minder, minder. Want:

extase is overgave – overgave is loslaten – loslaten is afscheid nemen.