Expositie | za 20 juli 2019 | 12:00 - 17:00
Jacqueline van Bergeijk maakt haar sculpturale werk van textiel met naald en draad. Stof wordt gehangen, verknipt, gevuld, verstevigd of gebrand. Alle oude textiel is bruikbaar: handschoenen, babyhemdjes, verhuisdekens, colberts, nachthemden, kanten kleedjes.
Textiel is als vanzelfsprekend verbonden met de mens, aanwezig in leefomgeving en kleding. Kleding geeft warmte, bescherming en status. Het is omhullend, beschermend, uitdagend, verbergend, accentuerend. Oude kleding toont de gebruiksresten en slijtplekken van de herinnering. Het brengt ons naar vrolijke of droevige gebeurtenissen. Sporen van het leven, vertellend over wie we waren, hoe we leefden of wat we hebben meegemaakt.
Jacqueline heeft een heel eigen monumentale beeldtaal met figuratieve en abstracte elementen. Haar werk laat zich niet eenduidig interpreteren en doet een beroep op eigen associaties en herinneringen van de kijker. Inhoudelijk laat Jacqueline zich sturen door een zoektocht naar de balans tussen kwetsbaarheid en kracht.
De volgende teksten hebben Jacqueline geïnspireerd als kunstenaar.
Met naald, draad en textiel
is Jacqueline met haar kunstwerken
een verhalenverteller.
De gebruikerssporen in de oude materialen
fungeren als bruggenbouwers in de tijd,
Ze vertellen over levens,
ervaringen en tradities.
Textiel als woordeloze waarnemer;
echo van een persoonlijk verleden
of een collectieve ervaring.
Levens hangen aan een zijden draadje,
het weefsel vormt het verband.
Beschermend of uitbundig, alledaags of edel;
overal, in alle tijden,
schept textiel een band,
tussen heden en verleden,
tussen individu en groep, tussen mens en religie.
Textiel onderscheidt het mannelijk en het vrouwelijke
en vergezelt je op alle etappes van je leven;
van luier tot lijkwade.
(C. Legrand in ‘Kleurenpracht’,
Oxfam Novib)